Raad (ag) Gemeenteraad

Dit onderwerp werd op 4 juni jl. besproken in carrousel 2.

Over het jaar 2023 wordt door gewijzigde landelijke regelgeving voor het eerst een rechtmatigheidsverantwoording van het college in de jaarrekening opgenomen. Aan deze verantwoording liggen afspraken tussen raad en college ten grondslag die zijn vastgelegd in het controleprotocol 2023 (vanaf 2024 zullen de afspraken rondom rechtmatigheid afzonderlijk worden vastgelegd in een jaarlijkse beleidsnota rechtmatigheid). De accountant controleert of de jaarrekening getrouw is en dus ook of dat wat het college over rechtmatigheid verantwoordt, getrouw is. Bij deze controle betrekt de accountant logischerwijze de afspraken uit het controleprotocol 2023 zoals dat eind november 2023 door de raad is vastgesteld. In het controleprotocol 2023 zijn afspraken gemaakt over lastenoverschrijdingen. Deze zijn per definitie onrechtmatig, maar kunnen in bepaalde gevallen acceptabel zijn. Afspraken over lastenonderschrijdingen en over- en onderschrijding van baten ontbreken echter. Dat ook hierover afspraken nodig zijn (met name over het tijdig melden van dit soort afwijkingen) is eerst eind 2023 duidelijk geworden toen de commissie BBV in de kadernota rechtmatigheid met een nadere uitleg kwam. Voorgesteld wordt daarom om in aanloop naar de jaarrekening 2023 alsnog afspraken te maken over het tijdig melden van lastenoverschrijdingen en van afwijkingen aan de batenkant. Zonder die afspraken zouden dit soort afwijkingen anders niet geduid kunnen worden in de zin van al dan niet rechtmatig.

De raad wordt gevraagd het volgende besluit te nemen:

1. het begrip 'tijdig(heid)' voor de jaarrekening 2023 te definiëren als: 'wanneer de afwijkingen van de begroting, zijnde lasten onderschrijdingen en over- en onderschrijdingen van baten, uiterlijk in de jaarrekening 2023 zijn gemeld';
2. het begrip 'tijdig(heid)' voor de jaarrekeningen 2024 en verder op te nemen in de jaarlijkse beleidsnota's rechtmatigheid.

Dit onderwerp werd op 4 juni jl. besproken in carrousel 2.

De Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ heeft per brief van 15 april 2024 de concept begroting 2025 toegestuurd. Ook is in de stukken een meerjarenraming opgenomen voor de periode 2026 - 2028. De financiële basis voor de begroting is de begroting 2024 en de uitgangspunten zoals benoemd in de Kaderbrief 2025.
De gemeenteraad geeft een zienswijze af op de begroting van een Gemeenschappelijke Regeling; in dit geval die van de Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid Holland Zuid. Er zijn wettelijke termijnen verbonden aan het afgeven van een zienswijze. De zienswijze moet voor 20 juni 2024 aangeleverd worden. De vaststelling van de begroting 2025 door het Algemeen Bestuur is gepland op 11 juli 2024.

De raad wordt gevraagd het volgende besluit te nemen:

1. bijgevoegde zienswijze over de concept begroting 2025 en de concept jaarstukken 2023 van Dienst Gezondheid en Jeugd in te dienen.

Dit onderwerp werd op 4 juni jl. besproken in carrousel 2.

Op 8 april 2025 leverde de GR Sociaal een aantal documenten aan: de conceptjaarrekening over 2023, de concept voorjaarsbrief 2024 en het concept
van de begroting 2025 van de Gemeenschappelijke Regeling Sociaal. De concept jaarrekening is ter kennisname aangeboden. Voor de concept voorjaarsbrief en de concept begroting geeft de gemeenteraad een zienswijze af. Er zijn wettelijke termijnen verbonden aan het afgeven van een zienswijze. De GR Sociaal vraagt de zienswijze uiterlijk 21 juni 2024 aan te leveren. Deze zienswijze wordt besproken in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 11 juli 2024.

De raad wordt gevraagd het volgende besluit te nemen:

1. bijgevoegde zienswijze over de concept begroting 2025, de voorjaarsbrief 2024 en de concept jaarrekening 2023 van de Gemeenschappelijke Regeling Sociaal in te dienen.

Dit onderwerp werd op 4 juni jl. besproken in carrousel 2.

Op 11 april 2024 stuurde de GR Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ) de voorlopige jaarrekening 2023 en de ontwerpbegroting 2025. Het algemeen bestuur van de GR OZHZ bespreekt de zienswijze op 11 juli 2024. Het dagelijks bestuur zal de gemeenteraad voorafgaande aan het vaststellen van de begroting schriftelijk en gemotiveerd in kennis stellen van zijn oordeel over de zienswijze, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

De raad wordt gevraagd het volgende besluit te nemen:

1. bijgevoegde zienswijze over de ontwerpbegroting 2025 en de bestemming van het jaarresultaat 2023 van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ) in te dienen;
2. kennis te nemen van de voorlopige jaarrekening 2023 van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.

Dit onderwerp werd op 4 juni jl. besproken in carrousel 2.

Op 28 maart 2024 ontving de gemeenteraad de ontwerp-begroting 2025 van de GR Gevudo. Daarin is ook de meerjarenbegroting tot en met 2028 verwerkt. De gemeenteraad heeft de gelegenheid om een zienswijze naar voren te brengen. De wettelijke termijn is 12 weken voor de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen.
Omwille van het voorbereiden van de aandeelhoudersvergadering van HVC staat er nu
een Algemeen Bestuur gepland op 23 mei. We waarderen het als u voor deze datum uw
zienswijzen kenbaar maakt.

De raad wordt gevraagd het volgende besluit te nemen:

1. geen zienswijze over de ontwerpbegroting 2025 van de Gemeenschappelijke Regeling Gevudo in te dienen en bijgevoegde brief (Bijlage 2) naar de Gemeenschappelijke Regeling Gevudo te sturen.

Dit onderwerp werd op 4 juni jl. besproken in carrousel 2.

De Gemeenschappelijke Regeling Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde stuurde op 19 april 2024 een brief naar de gemeenteraad met de ontwerp Programmabegroting 2025 voor het afgeven van een zienswijze. De concept jaarstukken 2023 werden ter kennisname aangeboden. Het Algemeen Bestuur stelt beide documenten vast op 3 juli 2024.

De raad wordt gevraagd het volgende besluit te nemen:

1. bijgevoegde zienswijze over de ontwerp programmabegroting 2025 van het Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde in te dienen;
2. kennis te nemen van de concept jaarstukken 2023 van het Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde.

Dit onderwerp werd op 4 juni jl. besproken in carrousel 2.

De GR Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid verzond op 4 april 2024 de ontwerpbegroting 2025 naar de colleges van Zuid-Holland Zuid met het verzoek deze ter behandeling aan te bieden aan de gemeenteraad. Een eventuele zienswijze van de gemeenteraad kan via het college (artikel 28, lid 6 van de GR VRZHZ) tot uiterlijk 12 juni 2024 schriftelijk ter kennis worden gebracht aan het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling VRZHZ. In het algemeen bestuur van 27 juni 2024 staat de behandeling van de begroting 2025 op de agenda. Uw zienswijze zal het algemeen bestuur betrekken bij de vaststelling.

De raad wordt gevraagd het volgende besluit te nemen:

1. bijgevoegde zienswijze over de ontwerpbegroting 2025 en de bestemming van het jaarresultaat 2023 van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid in te dienen;
2. kennis te nemen van de jaarstukken 2023 van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid.

Dit onderwerp werd op 4 juni jl. besproken in carrousel 2 en is doorgeleid als debatstuk naar de raad. 

De raad wordt gevraagd het volgende besluit te nemen:

1. het proces voor het bepalen van de bezuinigingen in de begroting 2025, zoals weergegeven in het raadsvoorstel, vast te stellen
2. de rapportage "mogelijke bezuinigingen - realistisch haalbaar voor 2025" tijdens het proces bij uw overwegingen te betrekken

Dit onderwerp werd op 4 juni jl. besproken in carrousel 2. Op verzoek van PvdA is het onderwerp als debatstuk doorgeleid naar de raad van 18 juni vanwege het mogelijk indienen van een motie over de huizen of de watersportvereniging.

Vóór de behandeling van het voorstel in de raad van 18 juni ontvangt de raad een document vanuit de regiogemeenten waarin de regiogemeenten bevestigen dat de bedrijfsgronden mogen worden gecompenseerd in Hendrik-Ido-Ambacht mocht dit nodig zijn. Dit is al opgenomen in de stukken, het betreft een bevestiging.

De bijlage 'compensatie Ringdijk Zwijndrecht mei 2024' is toegevoegd. Dit document heeft de afgelopen weken bestuurlijk (= wethouders RO/EZ) voorgelegen aan de andere 10 gemeenten van Netwerk Economie Zuid-Holland Zuid en zij hebben alle ingestemd met deze notitie als van provincie-wege verplicht gestelde uitwerking van de passage in de door G.S. op 30 oktober 2023 goedgekeurde Bedrijventerreinenvisie Zuid-Holland Zuid 2030. (Laatstgenoemde document heeft ter kennisname in afgelopen maanden voorgelegen aan de gemeenteraad.)

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van donderdag 14 december 2023 tot en met 24 januari 2024 ter inzage gelegen. Er zijn 11 zienswijzen en vooroverlegreacties ontvangen op het ontwerpbestemmingsplan. Alle zienswijzen en vooroverlegreacties zijn beantwoord in een zienswijzennota. Het bestemmingsplan 'Verbrede reikwijdte Noordoevers Zwijndrecht' is opgesteld om de ontwikkeling van Noordoevers tot woongebied mogelijk te maken. Met dit raadsvoorstel wordt het bestemmingsplan vastgesteld waarmee een juridisch-planologisch kader wordt geschept voor de woningbouwontwikkeling van Noordoevers.

De raad wordt gevraagd het volgende besluit te nemen:

1. de ingekomen zienswijzen ontvankelijk te verklaren en in te stemmen met de beantwoording daarvan zoals aangegeven in de zienswijzennota, opgenomen als bijlage 4 van dit raadsvoorstel;
2. de digitale versie van het bestemmingsplan 'Verbrede reikwijdte Noordoevers Zwijndrecht' met het identificatienummer NL.IMRO.0642.bp04noordoevers-3001 en de onderliggende digitale ondergrond
met dezelfde bestandsnaam gewijzigd vast te stellen;
3. de analoge verbeelding van het bestemmingsplan 'Verbrede reikwijdte Noordoevers Zwijndrecht', zoals opgenomen in bijlage 3 van dit raadsvoorstel, gewijzigd vast te stellen;
4. de beleidsregel 'beeldkwaliteitsplan Noordoevers Zwijndrecht’ en de beleidsregel 'Duurzaamheid', zoals opgenomen in bijlage 5 en 6 vast te stellen;
5. de Welstandsnota Zwijndrecht 2013 aan te vullen met de beleidsregel 'beeldkwaliteitsplan Noordoevers Zwijndrecht’, zoals opgenomen als bijlage 5 Beeldkwaliteitsplan;
6. geen exploitatieplan vast te stellen op grond van artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening;
7. de vaststelling van de in het bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheden te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders;
8. in te stemmen met de vormvrije MER-beoordeling en te concluderen, dat geen uitgebreid m.e.r.- rapport behoeft te worden opgesteld;